Blog Werken in een tbs-kliniek

 

Geschreven door:
Janneke van Beek
Klinisch psycholoog en manager behandelzaken bij de Afdeling FPK van Inforsa, Arkin

 

 

 

De mensen zijn niet hun daden

“Drie minderjarigen zijn betast door tbs’er op verlof” “Oude man vermoord in zijn kamer door tbs’er” “Hoe kon moord op Anne Faber gebeuren?” Het is de afgelopen jaren af en toe erg fout gegaan met forensisch psychiatrische patiënten die vrijheden kregen buiten de kliniek. Schokkend, onbegrepen geweld, door ernstig zieke mensen is niet nieuw. Door alle eeuwen heen heeft de maatschappij het moeilijk gehad met het vinden van een antwoord op gruwelijk geweld. Een gemiddelde televisieavond met een misdaadserie of thriller laat wel zien dat we ondanks alle pogingen nog steeds niet begrijpen hoe dit soort dingen kunnen gebeuren en hoe we het kunnen voorkomen. De griezelfactor blijft onverminderd hoog. Niet veel mensen weten dat de gemiddelde dader ook siddert en beeft als deze voor het eerst de kliniek in moet. Uit angst voor ‘al die gevaarlijke gekken’. Maar is de dader zo duister als zijn daad? Ik neem je graag mee in wat ik zoal tegenkom aan de binnenkant van de hoog beveiligde forensisch psychiatrische kliniek van Inforsa, waar ik sinds januari 2022 werk. Het is er kleuriger dan je denkt.

Werken in de forensische zorg is als een ballenbak

Je verwacht het misschien niet, maar deze omgeving is de meest creatieve, vrije werkplek die ik me kan voorstellen. Voor wie kleine kinderen heeft: denk aan de ballenbak. De ballenbak is aan alle kanten afgesloten en veilig, daarom kun je je kinderen met een gerust hart hier loslaten. In een forensisch psychiatrische kliniek zijn er zoveel werknemers, veiligheidsmaatregelen en tijd, dat alle ruimte ontstaat om te experimenteren. Onze clientèle is om allerlei redenen gevreesd en afgewezen, maar hier kunnen ze beginnen zichzelf te zijn en zichzelf te leren zien door eigen ogen en niet door die van anderen. Anders dan in de ballenbak leidt dat niet tot uitgelaten gejoel en geschreeuw. Eerder zie je de daders stiller en stiller worden. Wat overblijft zijn diep onzekere mensen, zo kwetsbaar dat het soms pijn doet om naar te kijken. Onmachtig om onder woorden te brengen wat er in ze omgaat.

Zoeken naar herstel

Dit is het moment om de behandelingen die al zo vaak zijn geprobeerd weer uit de kast te trekken. Maar vaak zijn ze te hoog gegrepen en is het perspectief ver te zoeken. Dus verzinnen onze medewerkers elke keer weer nieuwe aanpassingen om de mensen hoop te geven, in hun kracht te zetten en hun van hun klachten af te helpen. Nachtmerries, stemmen, moeite met denken, faalangst, wantrouwen en niet te vergeten overgewicht, zijn voorbeelden van de dingen waar mensen onder lijden, maar er is zo veel meer dat het moeilijk maakt om niet moedeloos te worden en opgewekt te beginnen.

Toch is dat wat de medewerkers doen en wat ze vaak jaren volhouden. Soms met wonderbaarlijk intensieve interventies, zoals vijf therapeuten en een hele afdeling die één traumabehandeling vormgeven, of de uitvinding van onorthodoxe nieuwe methoden. Een mooi voorbeeld hiervan is de unieke toepassing van electroconvulsietherapie (ECT) bij deze doelgroep, prachtig in beeld gevangen in de documentaire Shocktherapie Bij Schizofrenie op Videoland.  En soms is het ook zo simpel als één persoon die luistert en blijft luisteren, ongeacht wat er gezegd wordt. Natuurlijk gaat het gepaard met woede, verdriet, rouw om alles wat is gebeurd en niet is gebeurd. Angst om terug te keren naar een maatschappij waar het allemaal niet zo lekker ging en waar nog steeds geen open armen zijn, angst om in de spiegel te kijken.

Oma en de piano

Ook de meest hartverscheurende, ontroerende en moedige overwinningen kun je hier zien. Zoals de beperkte jongen die na veel drugs en psychoses, na het ombrengen van oma omdat zij pillen in zijn thee deed, het vechten met iedereen en anderhalf jaar isoleercel, nu met veel gevoel piano speelt. Zijn motoriek hapert. Hij doet vreselijk zijn best om de klanken precies af te stemmen. Vragend kijkt hij naar zijn therapeut, zijn blik onzeker en zacht. ‘Het is goed’, knikt deze. En met een grote lach, barst de ontspanning door. Een moment zoals er in zijn leven echt niet veel geweest zijn.

Niets van wat ik zie, doet af aan het lijden dat de patiënten hebben veroorzaakt bij anderen en zichzelf. Toch wilde ik dat meer mensen wat tijd met onze paradijsvogels konden doorbrengen op het bankje onder de bloeiende prunus in de gesloten binnentuin. Ik denk dat er behalve angst en woede dan ook een beetje ruimte zou zijn voor liefde en respect.’

 

Nieuwsgierig wat het werk met deze doelgroep bij Inforsa nog meer inhoud? Neem contact op om een gesprek met een behandelaar van Inforsa in te plannen, een keer mee te lopen of een kopje thee of koffie te drinken op het bankje in de gesloten binnentuin.