Blog #16: Douchedag

‘Vandaag moet je de heer Meijer onder de douche zetten en wassen, heb je dat ooit gedaan?’

Floor kijkt op het etagewerkplan, een gewoon A-4tje, waarop per dag staat wat er moet gebeuren. Achter de naam Meijer staat inderdaad: Douchedag en insmeren met zinkzalf. Ze kijkt op naar Johan, een verpleegkundige met jarenlange ervaring. Hij lacht als hij haar blik vangt: ‘Goed, dan zal ik je laten zien wat je moet doen. Kom we gaan eerst een paar handschoenen halen.’

Floor denkt aan de tijd dat ze als casemanager bij het JOT werkte. Daar kwam ze bij cliënten thuis met flink vervuilde huizen. De intimiteit begon bij het binnentreden van de woning als de vervuiling en verwaarlozing zich mensonterend toonde.

Wat het grootste probleem in zo’n woning was, was in hoeverre je zelf schoon bleef als je wilde gaan zitten op de bank of als je van de toilet gebruik wilde maken. Ze had een keer meegemaakt dat de ontlasting zo hoog in de toiletpot stond dat het boven de rand uitkwam.

In de kliniek stuit je op lichamelijke grenzen, die in het normale sociale verkeer duidelijk afgebakend zijn, maar plots als ‘normaal’ worden behandeld.

‘Dag meneer Meijer!’ roept Johan vrolijk, ‘we gaan u even douchen, komt u even omhoog zitten? Dan kunnen we u helpen met uitkleden.’

De wat oudere man kijkt Floor aan. ‘Jij hebt er vast wel zin in, hè moppie?!’

‘Dit is Floor, meneer Meijer! Ze komt ons een tijdje helpen in de kliniek.’

‘Floor’, de man brult en lacht uitbundig. ‘Ja, Floor, doe mij maar Floor. Ja, moppie toch!’

Johan legt een pad van handdoeken op de grond en helpt meneer Meijer met uitkleden. Floor staat erbij met haar blauwe handschoenen die nog meer handdoeken omklemmen.

Met zijn dikke buik stapt hij voorzichtig voetje voor voetje over de handdoeken naar de douche, die Johan al had aangezet. Stoom komt uit de badkamer. Er zijn niet veel beroepsgroepen waarbij je na kennismaking gelijk je bloot aan de ander toont, maar in de kliniek is dit normaal. Voor sommige althans. Er zijn genoeg cliënten die zichzelf kunnen wassen, maar meneer Meijer wordt al jaren gedoucht door de verpleegkundigen of groepsbegeleiders.

Johan spuit een straal zeep op een washandje en geeft deze aan Floor.

‘Hier. Rug schoonmaken en dan ook zijn billen. Even goed kijken, want soms krijg je het niet goed schoon.’

Met haar washand wrijft ze zachtjes over zijn rug met oudemannensproeten en probeert ze buiten de stralen van de douche te blijven.

‘Aahhh, ja, lekker moppie! Mag wel iets harder.’

Floor knijpt in het washandje en drukt wat harder alsof ze de sproeten er vanaf wil wrijven.

Dan komt ze bij zijn billen, die zijn wat ingevallen en hangen in plooien naar elkaar toe. Ze veegt snel langs de middenspleet. Zo, klaar, denkt ze.

‘Even de douchekop erop zetten.’ Ze schrikt van de stem van Johan. Hij stond vlak achter haar mee te kijken. ‘En dan met een hand een beetje ruimte maken zodat je erbij kan.’

Het liefste wilt ze snel de douchekop erop zetten en dan klaar zijn, maar omdat Johan meekijkt moet ze wel naar zijn aanwijzingen luisteren. Ze duwt de linker bil van meneer Meijer opzij en ziet dat er nog ontlasting in de spleet vastgekoekt zit!

Ze zet de douchekop erop, maar het wil niet gemakkelijk loslaten; er blijven stukjes aan de haartjes zitten. Dan maar met het washandje schrobben.

‘Auw! Auw!’ roept meneer Meijer. Johan pakt de douchekop van Floor en bukt voorover zodat hij goed zicht heeft waar het nog niet schoon is. Met zijn blauwe hand maakt hij de rest schoon.

Floor voelt zich inmiddels flink verhit en zweterig van de warme douche. Dit is haar nieuwe werk hier in de kliniek en het enige wat door haar heen gaat is: ‘OMG! Ik wil opslag!’

En dan had ze het insmeren van de liezen van meneer Meijer nog niet gehad…

 

In verband met privacy zijn de namen en sommige situaties in deze blog gefingeerd.