Pebbles Tros over haar stage geestelijke verzorging


Een paar weken geleden heb ik mijn stage bij Arkin afgerond. Ik kijk terug op een bijzondere tijd en voor mij is gebleken dat het werk als geestelijk verzorger voor mij is bestemd.

“En, wat houdt het nou precies in?” reageert men dan. Hoe moeilijk het is om dat uit te leggen, is ook gebleken. Vaak wordt het geassocieerd met religie, of ‘iets spiritueels’. Dat klopt ook. Maar religie en spiritualiteit gaan om geloven, en geloven doet iedereen in zekere zin. Ik ben niet religieus opgevoed, integendeel, mijn vader wilde hier na zijn streng katholieke opvoeding niets meer van weten en lang deelde ik zijn gevoel volledig vrij te zijn zonder religie. Toch is er iets veranderd. De laatste jaren, mede door een aantal gebeurtenissen in mijn leven, zijn bepaalde diepere vragen bij mij opgekomen. Mijn antwoorden hierop veranderen continu. Ze vormen iedere dag opnieuw mijn kijk op het leven. In datzelfde proces heeft zich mijn affiniteit met de psychiatrie gevormd. Overal in mijn omgeving voel ik connectie met mensen die buiten de zogenaamde ‘norm’ van de maatschappij vallen. Daar moest ik iets mee doen.

Hoewel veel te zeggen valt over de concrete dingen ik als geestelijk verzorger doe – met de cliënten samen in beeld brengen hoe zij zich verhouden tot hun leven, zichzelf, anderen, de natuur, ziekte en trauma, kwetsbaarheid en kracht, in 1-op-1 ontmoetingen en groepen – is het voor mij vooral gevoelswerk. Mede omdat ik niets weet van de diagnose van cliënten, ga ik met volledige open houding het contact aan. Het gesprek begint dan met iets alledaags, of de cliënt wil een verhaal kwijt waar ik in alle toewijding naar luister. Ondertussen wordt in elke ontmoeting iets duidelijk over de bronnen van betekenis in het leven van de cliënt. Het kan gaan over de voetbalwedstrijd van vorige week, tot aan de transformatie die een cliënt heeft ervaren als gevolg van een psychose, waardoor de wereld nieuwe betekenis heeft gekregen. Maar ook wanneer cliënten spreken over hun pijn, blijf ik erbij en hoop ik een klein beetje helende aandacht te kunnen bieden.

Wanneer iets heftigs gebeurt in ons leven worden we aangezet tot nadenken over nieuwe antwoorden, omdat de wereld niet meer is zoals we hem altijd hadden begrepen. Het laat ons even stilstaan. Bij cliënten probeer ik daarnaast te gaan staan.

In mijn laatste stageweek kwam ik in de gang een cliënt tegen. We praten vaker over zijn hobby’s, hoe het is om opgenomen te zijn, hij straalt wanneer hij vertelt dat hij bijna oom wordt. Nooit gaat het over spiritualiteit. Toch vertelde hij dit keer uit zichzelf hoe hij zijn geest “upgrade”. Hij wees me op de stilte in de hal op dat moment en zei: “Ik was op weg naar buiten, maar voordat ik naar buiten ga, zit ik meestal een halfuur op deze stoel naar de vissen in het aquarium te kijken. Dan pas ga ik naar buiten”.
Ik vertelde hem dat ik dat bijzonder vond en dat ik het begreep. Meer woorden hadden we niet nodig.

Vaak kunnen de dingen die ons het diepste raken, niet expliciet worden benoemd. Zodra je ze uitspreekt, zijn ze weg. Duidelijke succesmomenten zijn er dan ook weinig in de geestelijke verzorging, omdat onzichtbaar is wat er nu eigenlijk gebeurt in het contact. Maar het is voelbaar; er wordt even verbinding gemaakt, de cliënt voelt zich gehoord, of is op een nieuwe manier aangezet tot nadenken. Het voelt als een vonkje dat even is aangegaan. Zinvolle zorg wil zeggen dat je aansluit bij zingevingsvragen of -antwoorden die cliënten hebben, maar ook bij die van jezelf. Op basis hiervan komen kwetsbaarheden naar voren en worden soms mooie nieuwe inzichten gedeeld waarmee de cliënt, en ook ikzelf, verder komen. Want wanneer dat vonkje bij de cliënt is aangegaan, gebeurt bij mij hetzelfde.

Pebbles Tros – stagiaire geestelijke verzorging