Blog #11: Van Onderen

Floor Schutter als casemanager Jellinek ambulante team.

Het is een vrijdag; de laatste dag voor het weekend. De dag begint met het crisisoverleg: Wie zijn er in crisis en wie daarvan moet er het eerst naar binnen? Dit houdt in dat er gekeken wordt wie er het slechtst aan toe is wat betreft gezondheid in combinatie met de duur van de crisis. We hebben een grote verantwoordelijkheid om dit zo zorgvuldig mogelijk te doen. Alle informatie en opties worden doorgenomen, desnoods moet iemand op een ‘bed van de GGD,’ zoals we dat noemen. Voor hun houden we namelijk altijd nog een bed vrij mocht er een crisisopname zijn in het weekend. Kortom er is helaas niet altijd een bed beschikbaar en dan zul je net zien dat jouw cliënt in crisis raakt.

Mijn telefoon gaat. Gelukkig is het niet Anne; mijn vaste crisiscliënt, maar is het de woningbouw over de heer Van Onderen, ofwel Theo. Ik loop de vergadering uit.

‘Ik heb u de he-le week proberen te bereiken,’ begint de vrouw van de woningbouw. Dat hoor ik wel vaker, terwijl ik dan gewoon bereikbaar was. Een zinloze opmerking waar ik weinig mee kan.

‘Het gaat over De heer Van Onderen uit Zuidoost. Zijn buren maken zich ernstig zorgen om hem. Er is veel stankoverlast en de afgelopen week hoorden ze in de nacht gebonk en iemand huilen. Zou u alstublieft bij deze meneer langs willen gaan?’

‘Ja, natuurlijk. Toevallig ben ik afgelopen maandag bij deze meneer geweest en toen leek het nog redelijk te gaan.’

‘De buren hebben vanaf woensdag elke dag gebeld, het gaat echt niet goed met deze meneer.’ We hangen op en ik pas mijn planning voor de dag aan. In de vergadering opper ik dat ik naar meneer Van Onderen moet en dat als hij flink is teruggevallen in alcoholgebruik, hij moet worden opgenomen. Cliënt is bekend met zwaar binge drinken en heeft een hartkwaal, waardoor zijn situatie snel gevaarlijk wordt voor zijn gezondheid. Ik probeer deze cliënt te bellen. Onderwijl denk ik aan afgelopen maandag:

……..

‘Hier, een rekening van Waternet.’ Theo zit aan de keukentafel in zijn appartement in Zuidoost op de achtste verdieping. Zijn baritonstem geeft hem een sfeer van autoriteit die in schril contrast staat met zijn persoonlijkheid. Zijn broek sluit niet goed aan over zijn dikke buik en daardoor zie je zijn bilnaad als hij op de keukenstoel zit. Bij het aangeven van de post waar hij niks van snapt trilt hij en zucht diep. Zijn grijze baard is een dik pak krulhaar en zijn ogen staan triest. Ik sta met mijn tas over mijn schouder en kijk over de vloer vlak voor ik de brief aanpak. Ik zie her en der een kakkerlak lopen. Naar mijn smaak zijn ze te groot en te glimmend. Behoedzaam ga ik zitten en houdt mijn tas op schoot tot ik weer heel snel opsta als ik ze ook bij de stoelpoten omhoog zie lopen! Half dansend til ik om beurten mijn voeten op om er geen kakkerlak op te krijgen.

…….

Ik krijg Theo telefonisch niet te pakken. Samen met een collega gaan we naar hem toe. Twee uur later, na het huisbezoek, veel overleg en de rit naar de ‘Vlaar,’ zitten we met zijn drieën in de wachtkamer voor zijn opname. De arts kan elk moment komen. Zo nuchter als de heer Van Onderen afgelopen maandag was, zo ver heen is hij nu en dat binnen vier dagen tijd. Theo hangt achterover in de stoel met zijn hoofd tegen de muur aangeleund. Zijn baard lijkt wel een struik nu hij zo zit en ik blijf er geïntrigeerd naar kijken. Plots zie ik een zwarte vlek uit de witte krullende haardos lopen over zijn wang, het is een kakkerlak! O nee! Theo wappert met zijn hand richting zijn gezicht in een mislukte poging om het beestje weg te willen slaan. Daarna valt er iets op zijn buik uit zijn baard en ook dat is een kakkerlak!
‘Ach nee, nog eentje. Gatver!’ gaat er door mij heen.

De arts komt de wachtkamer binnen en zegt:’ Meneer…,’ op dat moment kijken de arts en ik naar Theo en zien allebei hetzelfde: Als in een vertraagde opname valt er weer een kakkerlak uit zijn baard, met zijn kont naar beneden en zijn poten spartelen aan de zijkant van zijn lijfje. Het beestje valt op zijn grote buik en loopt dan vrolijk verder, alsof er niks gebeurd is. Even lijkt dit moment ons te bevriezen, maar de arts stamelt dan de legendarische woorden:

‘Meneer…Van Onderen?!’

In verband met privacy zijn de namen en sommige situaties in deze blog gefingeerd.